Vormingsinstelling
VCOK vzw
09 232 47 36
Praktisch
Duurtijd vorming
1 dagdeel van 3 uur
Regio
Oost-Vlaanderen; West-Vlaanderen
Randvoorwaarden
Beamer en scherm;Whiteboard/ Flipchart;Tafels en stoelen voor elke deelnemer
Aantal deelnemers
Min.
6
Max.
15
De opleiding in het kort
Behoeften van kinderen, wat betekent dat precies? Hoe kun je deze herkennen, lezen en interpreteren? Hoewel het in eerste instantie misschien abstract lijkt, schuilt er een schat aan waardevolle informatie achter deze behoeften.
Deze opleiding is speciaal ontwikkeld voor kinderbegeleiders in de kinderopvang en biedt een kennismaking met het werken met het Kinderkompas.
Dit kompas ondersteunt begeleiders in het herkennen, begrijpen en vervullen van de basisbehoeften van kinderen.
Het kompas is opgebouwd uit 11 methodieken. De focus ligt in deze vorming op de eerste methodiek, geïnspireerd door Maslow’s behoeftenpiramide, die is vertaald naar specifieke kindernoden.
Deze methodiek wordt visueel ondersteund door een duidelijke poster. We maken de link met de zes interactievaardigheden die een kinderbegeleider kan inzetten, eveneens gevat is een heldere poster.
Tijdens de opleiding leren begeleiders niet alleen hoe ze deze materialen effectief kunnen gebruiken, maar vooral hoe ze de noden van kinderen kunnen herkennen en daar op een empathische, gestructureerde en praktische manier aan tegemoet kunnen komen. Zo krijgen begeleiders de tools om de basis te leggen voor een veilige, ondersteunende en stimulerende omgeving waarin kinderen zich optimaal kunnen ontwikkelen. Hierop bouwt de volgende opleiding “Kinderkompas: intervisie” verder.
Inhoud en aanpak
Aanpak:
• Kennismaking met het Kinderkompas: Een overzicht van het werkinstrument, met specifieke aandacht voor de behoeftenpiramide van Maslow, getransformeerd naar kindernoden en op de interactievaardigheden.
• Begrip en interpretatie van behoeften: Uitdieping van de verschillende categorieën van kindernoden, zoals fysieke behoeften, affectie, veiligheid, erkenning, zelfontwikkeling, en zingeving.
• Begrip en interpretatie van de verschillende interactievaardigheden om in te spelen op de behoeften van kinderen.
• Praktische toepassing: Gebruik van de posters en ander materiaal om situaties te analyseren en kindernoden te herkennen in de praktijk.
• Reflectie en dialoog: Reflectieoefeningen waarbij begeleiders eigen ervaringen koppelen aan de behoeften van kinderen.
Methodiek:
• Visuele ondersteuning: Leren werken met de poster van de behoeftenpiramide als praktisch hulpmiddel.
• Praktijkgerichte oefeningen: Casussen en scenario’s uit de kinderopvang om noden te herkennen en erop in te spelen.
• Interactieve sessies: Speelse methodieken en uitwisseling van ervaringen en inzichten tussen begeleiders.
• Zelfreflectie: Reflectieve opdrachten over het invullen van kindernoden en de impact hiervan op kinderen.
• Empathische benadering: Actieve focus op hoe een begeleider bijdraagt aan een veilige en ondersteunende omgeving.
Resultaat:
• Begeleiders begrijpen de basisbehoeften van kinderen en hun invloed op gedrag en ontwikkeling.
• Ze kunnen het Kinderkompas en de poster effectief gebruiken als hulpmiddel in de dagelijkse praktijk.
• Ze herkennen de verschillende categorieën van kindernoden en leren hier gericht op inspelen en de zes interactievaardigheden toepassen.
• Ze ontwikkelen meer empathie en inzicht in hun eigen rol als kinderbegeleider.• Ze dragen bij aan een warme, veilige en ontwikkelingsgerichte omgeving voor kinderen.
Trainer(s)
Ann-Sophie Dhaenens
Ellie Kuipers
Annelies Roelandt